Eend
De wilde eend, ook wel de 'Anas platyrhynchos' genoemd, is een veelvoorkomende watervogel in Nederland. Het is een middelgrote eend met een kenmerkend uiterlijk. Het mannetje, oftewel de 'woerd', heeft een prachtige kleurrijke verenkleed. Hij heeft een felgroene kop, een bruine borst en een gekrulde staartveren. Het vrouwtje, ook wel de 'eend' genoemd, is minder opvallend en heeft een bruine kleur met strepen op haar veren.
Wilde eenden zijn uitstekende zwemmers en voelen zich thuis in allerlei waterrijke habitats, zoals sloten, vijvers, meren, moerassen en kanalen. Ze zijn omnivoren en eten een gevarieerd dieet dat bestaat uit waterplanten, zaden, insecten, kleine visjes en kreeftachtigen.
De wilde eend staat bekend om zijn bijzondere voortplantingsgedrag. Het vrouwtje bouwt meestal haar nest in het riet of andere vegetatie langs het water. Ze legt dan een aantal eieren, meestal tussen de 8 en 12 stuks, en broedt ze uit door erop te zitten. Na ongeveer vier weken komen de eieren uit en zie je de schattige gele eendjes, ook wel 'pullen' genoemd, uit het nest komen. De eendjes zijn nestvlieders, wat betekent dat ze vrijwel direct na het uitkomen al kunnen lopen en zwemmen.
Wilde eenden zijn belangrijke vogels in de Nederlandse natuur. Ze helpen bij het bestrijden van insecten en dragen bij aan het ecologische evenwicht in waterrijke gebieden. Ze zijn ook populair bij mensen vanwege hun mooie uiterlijk en interessante gedrag. Echter, wilde eenden zijn wilde dieren en het is belangrijk om hun natuurlijke leefomgeving te respecteren en ze met rust te laten.
In Nederland worden wilde eenden beschermd door wetten en regels die de jacht en verstoring van vogels beperken. Ze worden vaak gezien als iconische vogels die een belangrijk onderdeel zijn van de Nederlandse natuur en cultuur.