Ik ben afgelopen zondagochtend op pad gegaan, op zoek naar Bosui.
Ik heb die een dag eerder mogen ontdekken, maar had toen niet de apparatuur mee om foto's te maken die naar mijn zin waren.
Dus had ik zaterdagavond mijn tas gepakt, brood gesmeerd en alles klaar gezet. Zondagochtend om 07.00 uur de wekker gezet en op mijn gemak wakker worden, want ik wilde rond kwart voor 8 uur vertrekken, zodat ik voor zonsopkomst in het bos zou zijn.
Aangekomen op de lege parkeerplaats heb ik de rugtas omgedaan, statief met camera en lens over de schouder en ben ik gaan wandelen.
Ik was een kwartiertje aan het wandelen in een ontwakend, verlaten bos en zag op de weilanden een paar reeën wat rondscharrelen.
Ik stopte, zette mijn statief neer en keek of ik ergens de reeën van wat dichterbij zou kunnen fotograferen.
Zo keek ik wat rond of er ergens een pad zou zijn wat mij door het bos naar de weilanden zou kunnen brengen. Ik zag dit niet en bedacht hoe ik geruisloos over een bosbodem zou kunnen lopen.
Een bosbodem bedekt met verdroogde bladeren en zeer breekbare takjes.
Want foto's maken vanaf het pad waar ik nu stond, dat was te ver en het bos was te dicht begroeid. Ik zou de reeën dus nooit mooi kunnen fotograferen.
Maar plots zag ik dat ik werd aangekeken.
Ik werd aangekeken, vanachter de droge takken en het bewegende riet van een nog slaperig bos.