De Bever is het grootste knaagdier van Europa en is zelfs (bijna) het grootste knaagdier van de wereld.
Hij bezit zwemvliezen tussen de tenen van zijn achterpoten. Een platte staart en een stompe kop.
Kleine oren en ogen die hij, evenals zijn neusgaten, af kan sluiten tijdens het zwemmen.
Door een ijzerhoudende stof in het glazuur op zijn tanden kleuren deze prachtig oranje.
Zijn tanden groeien, net als onze nagels, altijd door.
Deze slijt hij af en houdt hij op lengte door lekker te knabbelen en te knagen aan bomen en boomstammen.
Hij is niet bang van een redelijke boom. Die knaagt hij gewoon om, om zodoende van de lekkere takken te kunnen snoepen.
Hij eet namelijk boomschors van, het liefst, niet te harde boomsoorten.
Bevers bouwen en leven in een burcht.
Een burcht kan wel 10 meter in doorsnede zijn, en tot 2 meter hoog.
Om de burcht te beschermen tegen roofdieren, bevind de ingang zich onder water waardoor een eventuele rover niet zomaar de burcht in kan.
In 1826 is de laatste bever gezien in Nederland.
Omdat het een origineel in Nederlang lever dier is in 1988 besloten, om in de Biesbosch te beginnen met het uitzetten van een aantal Bevers.
Vanwege het stoppen van allerlei werkzaamheden in de Biesbosch, rietsnijden en griend hakken, kwam het probleem dat de Biesbosch erg verruigde.
De Bever zorgt er nu voor dat het gebied open blijft, Hij knaagt bomen om, graaft geulen en zorgt voor een gevarieerd landschap waar alle dieren plezier van hebben.
Er werden paartjes bevers uitgezet, want voortplaning was gewenst.
In de beginjaren ging dat niet zo als men wilde, maar nu, ruim 30 jaar later zitten er naar schatting 300, in het wild levende, bevers in de Biesbosch.
Een succes dus :-)